Enveloppen afdrukken
Richtlijnen
•
Gebruik geen enveloppen die de volgende eigenschappen hebben:
•
Klemmetjes of vensters
•
Dikke, onregelmatige of gekrulde randen
•
Glanzende afwerklaag of reliëf
•
Kreukels, scheuren of overige beschadigingen
•
U kunt op één of meerdere enveloppen afdrukken.
•
Lijn de randen van de enveloppen uit voordat u ze in de papierlade plaatst.
•
Zorg dat u de capaciteit van de papierlade niet overschrijdt: 10 enveloppen.
Het afdrukken voorbereiden
1.
Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
2.
Plaats de enveloppen tegen de rechterkant van de lade. De zijde waarop u wilt
afdrukken moet naar beneden wijzen. De klep moet zich aan de linkerkant bevinden.
Enveloppen afdrukken
29
An
dere doc
umente
n afdru
kken
3.
Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in de printer.
4.
Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de enveloppen.
Afdrukken
1.
Open het
Dialoogvenster Eigenschappen voor printer
.
2.
Klik op het tabblad
Functies
en geef de volgende afdrukinstellingen op:
•
Papiersoort
:
Gewoon papier
•
Formaat
: een geschikt formaat envelop
3.
Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op
OK
.
Gebruik de helpfunctie
Wat is dit?
voor meer informatie over de functies in het
dialoogvenster Eigenschappen voor printer. Zie
Helpfunctie Wat is dit?
voor meer
informatie.